Nierziekte, de laatste ontwikkelingen

Chronische nierziekte bij de kat en de hond, de laatste ontwikkelingen

Chronische nierziekte komt veel voor bij katten, 10% van alle katten heeft een nierprobleem. Bij oudere katten loopt dit op tot 3-4 op de 10 katten. Ook bij honden komen nierproblemen met grote regelmaat voor, bij oudere honden hebben 1 op de 10 honden een nierprobleem.

Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor het ontstaan van chronische nierziekte. Uiteindelijk leiden alle verschillende oorzaken tot hetzelfde, namelijk nierproblemen. Meestal worden nierproblemen veroorzaakt door afwijkingen in de nier zelf, zoals afwijkingen in de buisjes in de nieren, in de filters in de nieren, maar het kan ook ontstaan door tumoren in de nieren of het ophopen van een bepaald soort eiwit. Daarnaast kunnen er nog andere oorzaken zijn buiten de nier die problemen geven in de nier zoals giftige stoffen, obstructies van de plasbuis, hoge bloeddruk, infecties enz.

Chronische nierziekte bij de kat en de hond, de laatste ontwikkelingen

Nierfalen kan ingedeeld worden in verschillende stadia. Deze stadia lopen van stadium I t/m stadium IV. In stadium I is er vaak nog niks te merken aan het dier, terwijl dieren in stadium IV ernstig ziek zijn en nog maar 10% van hun nierfunctie over hebben.

Het eerste verschijnsel wat gezien kan worden bij nierproblemen is veel drinken en veel plassen. Als de nieren verslechteren kunnen er andere problemen bij komen zoals sloomheid, slecht eten en vermageren. Maar ook klachten zoals braken, obstipatie, stinken uit de bek, zwakte.

Wat is de functie van de nieren?

Nieren hebben een hele belangrijke functie in het lichaam. Zo zijn ze betrokken bij het vochtbalans en het zoutbalans in het lichaam en zorgen ze voor het uitscheiden van afvalstoffen en sommige medicaties. Als de nieren minder goed gaan werken, kunnen er daardoor dus allerlei problemen in het lichaam op gaan treden.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Tot voor kort konden we de diagnose chronische nierziekte pas stellen in een laat stadium.
Het belangrijkste onderzoek voor het stellen van de diagnose was bloedonderzoek waarbij gekeken wordt naar het creatinine en ureum gehalte. Deze waarden gaan stijgen in het bloed als 75% van de nieren niet meer functioneren. De diagnose konden we dus pas in een laat stadium stellen.
Daarnaast kan er urine onderzoek uitgevoerd worden. Hierin wordt onder andere gekeken naar de concentratie van de urine, het gehalte aan eiwitten en de cellen die aanwezig zijn in de urine. Een vroeg verschijnsel bij nierproblemen is namelijk het niet meer goed concentreren van de urine, waardoor een dier meer gaat drinken en plassen. Bij urine onderzoek kan er dus de verdenking ontstaan op een nierprobleem, maar verdunde urine kan ook ontstaan door andere oorzaken dan nierproblemen.

Sinds januari dit jaar is er een nieuwe test beschikbaar voor het vaststellen van nierproblemen bij de hond en de kat. Het is nu mogelijk om een aminozuur genaamd SDMA in het bloed te bepalen. Deze stof wordt uitgescheiden door de nieren en de uitscheiding door de nieren bepaald het gehalte in het bloed. Bij afname van 40% van de nierfunctie zal SDMA al verhoogd worden in het bloed, waardoor er dus veel eerder een nierprobleem vast gesteld kan worden en er dus eerder een behandeling ingesteld kan worden. Het voordeel hiervan is dat we de dieren veel langer in een goede conditie kunnen houden.

Wat is de behandeling bij nierproblemen?

Het allerbelangrijkste bij elke nierpatiƫnt is dat hij of zij altijd beschikking heeft over vers drinkwater en dat ze hij of zij goed eet. Als een dier slecht eet is dat een extra belasting voor de nieren.

Als het een dier het wil eten is het verstandig om een nierpatient nierdieet te geven. Hierin zitten onder andere hoog kwalitatief eiwit, omega 3 vetzuren en een verlaagd fosforgehalte.

Daarnaast kunnen dieren met nierproblemen bijkomende problemen hebben zoals een hoge bloeddruk, te hoog fosfaatgehalte en eiwit in de urine.
Bij dieren met een hoge bloeddruk moet dit behandeld worden met bloeddrukmedicatie. Als een dier een te hoog fosfaatgehalte heeft in het lichaam kunnen er fosfaatbinders gegeven worden.

Als er eiwit uitgescheiden wordt in de urine is dit extra belastend voor de nieren, daarom is het belangrijk om hiervoor medicatie geven om deze uitscheiding zoveel mogelijk te remmen. Bij honden worden hiervoor de ACEremmers gegeven, bij katten geven we sinds een aantal jaar hiervoor Semintra.

Semintra is een angiotensine recepter blokker. Angiotensine is een stof die deel uitmaakt van een systeem in de nieren die onder andere de bloeddruk regelt. Bij nierproblemen is dit systeem ontspoort en is het belangrijk om het te remmen. Semintra zorgt niet alleen voor het afnemen van de uitscheiding van eiwit door de nieren, maar remt ook andere schadelijke effecten op de nier. Daarom is het huidige advies om bij katten met nierproblemen te starten met semintra zolang ze niet in een crisis verkeren. Dieren in een crisis, dat wil zeggen met hele hoge nierwaarden die er slecht aan toe zijn, mag semintra niet gegeven worden.

Het voordeel van semintra is dat het door de meeste katten goed geaccepteerd wordt door de voeding. Daarnaast zorgt semintra bij de meeste katten voor een toename van de activiteit en een toename van de eetlust.

Conclusie

Chronische nierziekte is een veel voorkomend probleem bij onze huisdieren. Door nieuwe ontwikkelingen zijn we aan de ene kant in staat om nierproblemen in een veel vroeger stadium op te sporen en aan de andere kant zijn we door nieuwe kennis en medicatie beter in staat om dieren met een nierprobleem langer gezond te houden.

Reacties zijn gesloten.