Mastceltumor (mastocytoom)

Wat is een mastceltumor?

Mastcellen zijn cellen die betrokken zijn bij de afweer. Ze zitten in de huid, in het maagdarmkanaal, in de luchtwegen en in het beenmerg. Mastcellen bevatten stoffen, die een ontstekingsreactie op kunnen wekken als ze door de cel afgegeven worden aan de omgeving.

Bij dieren zien we heel regelmatig dat eruit deze cellen kanker ontstaat, de zogenaamde mastceltumor of mastocytoom. Meestal ontstaan deze tumoren in de huid, maar ze kunnen ook ontstaan in de milt, de lever, het maagdarmkanaal, de luchtwegen en de keel en in de borstholte. Het zijn bij de hond de meest voorkomende huidtumoren. Vaak zit de tumor in de huid als een afgeronde bult, maar ze kunnen ook op de huid of onder de huid voorkomen. En ze kunnen soms heel groot en niet meer afgerond worden.

Bij ongeveer 25% van de honden met een mastceltumor in de huid zijn er meerdere tumoren (tegelijk of in de loop van de tijd). Dit houdt in dat dieren die eenmaal een mastceltumor hebben gehad een groter risico lopen om er nogmaals een te ontwikkelen. Deze dieren zouden dan ook regelmatig gecontroleerd moeten worden op knobbeltjes en diktes.

Bij de hond worden ze meestal gezien rond 8-9 jaar, maar ze kunnen zelfs bij pups voorkomen. Als ze bij jonge dieren voorkomen zien we nog al eens dat er in eerste instantie sprake is van meerdere tumoren, die op latere leeftijd allemaal verdwijnen.

Hondenrassen die een verhoogd risico zouden hebben zijn de boxer, de bulldog, de boston terriër, de bullterriër en de verschillende retriever soorten.

Wat zijn de verschijnselen van een mastceltumor?

Zoals hierboven al genoemd is, komen mastceltumoren met name in de huid voor. Vaak komen eigenaren langs omdat ze een bultje in de huid, op de huid of onder de huid hebben gevoeld. Ze kunnen voorkomen als een enkel bultje, maar regelmatig zien we ook 2 of meerdere mastceltumoren tegelijk. Dit kunnen aan de ene kant uitzaaiingen zijn, maar ze kunnen ook los van elkaar zijn ontstaan.

Soms kunnen de bultjes gepaard gaan met jeuk. Verder zien we vaak dat de bultjes soms groter en roder worden en dan na verloop van tijd weer kleiner en rustiger. Dit komt omdat dan de mastcellen in de tumor geactiveerd zijn (bijvoorbeeld door knijpen in de bult of stoten van de bult). De mastcellen laten na de activatie de stoffen los die in de cel opgeslagen zijn en deze stoffen zorgen voor een ontstekingsreactie en daardoor voor het groter worden van de bult.

In heel uitzonderlijke gevallen kan het massaal loslaten van de stoffen door de mastceltumor leiden tot een sterke bloeddrukdaling en shock bij het dier.

Verder zien we vaak verschijnselen van de mastceltumor die niet met de bult zelf te maken hebben. Dit komt wederom door het vrijkomen van de stoffen uit de mastcellen. Deze stoffen zorgen onder andere dat er meer maagzuur geproduceerd wordt in de maag en dit kan leiden tot zweren in de maag. Dit uit zich in het niet willen eten, braken, evt. bloedbraken, diarree en evt. zwarte ontlasting door oud bloed in de ontlasting.

Verder kunnen de bronchiën in de longen vernauwen en kunnen er hartritmestoornissen ontstaan wat zich kan uiten in benauwdheid, flauwtes of een verminderd uithoudingsvermogen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Als een eigenaar bij de dierenarts komt met het verhaal dat hun dier een knobbel of bultje heeft zal de dierenarts vaak besluiten om dit bultje aan te prikken (als het groot genoeg is om aangeprikt te worden). Door het bultje aan te prikken worden wat cellen uit het bultje gehaald. Deze cellen worden gekleurd en bekeken en hiermee wordt de diagnose mastceltumor gesteld. Maar hierna zijn we er nog niet. We weten nu dat er sprake is van een mastceltumor, maar we weten niet hoe kwaadaardig deze tumor is. Er zijn namelijk 3 verschillende niveaus van kwaadaardigheid, graad 1 (minst kwaadaardig) tot graad 3 (meest kwaadaardig).

Het vaststellen van de graad kan alleen plaatsvinden door het bultje te verwijderen en deze op te sturen voor onderzoek.

Als er vastgesteld is dat er sprake is van een mastceltumor moet het dier verder goed gecontroleerd worden op uitzaaiingen, onder andere door controle van de lymfeknopen in de buurt van het bultje. Eventueel wordt ook de lymfeknoop aangeprikt. Soms is het nodig om verder onderzoek te doen naar uitzaaiingen. Dit verdere onderzoek bestaat onder andere uit bloedonderzoek naar de functie van de lever en de nieren, de hoeveelheid en soort ontstekingscellen in het bloed en een echo van de buik.

Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?

Zoals eerder vermeld, komt het wel eens voor bij zeer jonge dieren dat de mastceltumoren uit zichzelf verdwijnen. Daarom is het te overwegen om bij jonge dieren af te wachten.

Bij volwassen dieren is het het beste om zo snel mogelijk de tumor te verwijderen. Mastceltumoren groeien vaak met uitlopers, waardoor het nodig is om de tumor zo ruim mogelijk te verwijderen. Dit houdt in dat de snee en wond vaak veel groter is dan het bultje wat weggehaald wordt. Het is niet altijd mogelijk om de tumor ruim te verwijderen (bijvoorbeeld als het op een poot zit), maar dan is het alsnog verstandig om de bult zelf wel te laten verwijderen.

Het advies is om na het verwijderen van de bult, de bult op te sturen voor vaststelling van de graad van kwaadaardigheid. Tevens kan dan vastgesteld worden of de hele tumor (inclusief uitlopers) verwijderd is. Als er sprake is van een graad 2 kan een aanvullend onderzoek uitgevoerd worden waarmee de kans op uitzaaiingen voorspeld kan worden. Als er uit dit onderzoek uitkomt dat er een risico is op uitzaaiingen of als het om een graad 3 gaat (zelfs als het volledig verwijderd is), kan het soms verstandig zijn om een aanvullende behandeling met chemotherapie en/of gentherapie in te stellen.

Eén van de alternatieve behandelingen is bestraling. Over het algemeen zijn mastceltumoren goed gevoelig voor bestraling. Verder kunnen dieren behandeld worden met chemotherapie. Sinds kort hebben we ook de mogelijkheid om dieren te behandelen met gentherapie, masivet®. Masivet bevat mastinib. Mastinib is een middel dat ingrijpt op een proces in de tumorcellen waardoor de tumorcellen niet kunnen vermenigvuldigen en dood kunnen gaan. Niet alle mastceltumoren reageren hierop. Het is van te voren niet te voorspellen welke wel en welke niet zullen reageren. Als de behandeling effectief is, zal binnen 2 weken een spectaculaire vermindering van de grootte van de tumor zichtbaar zijn.

Wat zijn de vooruitzichten?

Wat de vooruitzichten op lange termijn zijn, is moeilijk te voorspellen. Het hangt van een groot aantal factoren af, zoals of de tumor volledig verwijderd is, wat de graad van de tumor is en hoeveel tumoren er waren. Honden met een graad 1 of graad 2 gezwel die volledig verwijderd is hebben een goede prognose. Terwijl bij honden met een graad 3 de prognose een stuk slechter is.

Als vuistregel kan aangehouden worden dat bij een hond met 1 mastceltumor die volledig verwijderd is, de kans 50% is dat er ergens op het lichaam een nieuwe mastceltumor ontstaat. Als er sprake is van 2 tumoren, is de kans 75% en als er 3 of meer tumoren aanwezig zijn, is de kans 100% dat de tumoren terug zullen komen. Het blijft dus verstandig om een dier waarbij eenmaal een mastceltumor vastgesteld is, regelmatig op het ontstaan van nieuwe bultjes te blijven controleren.

Overigens zullen met de behandeling met masivet de tumoren niet meer terugkomen als het medicijn effectief is.

Reacties zijn gesloten.