Narcose

Het komt regelmatig voor dat een dier onder narcose moet. Voor een operatie, voor het verwijderen van kiezen of tanden of voor bijvoorbeeld een keelinspectie bij een kat die een grasspriet in zijn keel heeft zitten. Sommige eigenaren zijn erg bang voor de narcose. Nu is het natuurlijk zo dat aan elke narcose risico’s kleven en dat er bij ogenschijnlijk gezonde dieren complicaties op kunnen treden. Gelukkig komt dit maar heel zelden voor.

Om te voorkomen dat er problemen tijdens de narcose optreden proberen we voor de ingreep de verschillende risicofactoren zo goed mogelijk in te schatten en een narcose daar zo goed mogelijk op af te stemmen.

Voor de operatie is het daarom belangrijk om een dier goed na te kijken, waarbij onder andere aandacht gegeven wordt aan de kleur van de slijmvlies, de voedingstoestand van het dier (de narcose bij een dikker dier is anders dan die van een mager dier) en de pols en waarbij goed naar hart en longen geluisterd wordt. Tevens wordt bij de eigenaar nagevraagd of er nog gezondheidsproblemen zijn.

Zodra een dier wat ouder wordt (bij katten boven de 10 jaar, honden boven de 7 jaar) willen we graag ook voor de narcose wat bloed afnemen om een aantal controles te kunnen doen. We kijken dan o.a. naar het eiwitgehalte in het bloed en de lever- en nierwaarden. Hierbij geldt dat als er afwijkingen gevonden worden de operatie vaak wel door kan gaan, maar dat we extra voorzorgsmaatregelen kunnen nemen, zoals andere medicatie of extra infuus.

We passen de narcose zoveel mogelijk aan aan de mogelijke risico’s. Tijdens de narcose wordt een dier goed gecontroleerd, zowel via speciale bewakingsapparatuur als door te kijken naar een dier. Zodra we merken dat er problemen op kunnen gaan treden wordt de narcose aangepast.

Ook tijdens het wakker worden, wordt een dier goed gecontroleerd waarbij extra aandacht gegeven wordt aan de temperatuur van de omgeving en het dier (dieren die onder narcose zijn kunnen moeilijk zelf hun temperatuur regelen), of een dier comfortabel ligt en of hij/zij goed kan ademen.

Doordat we de mogelijkheid hebben om de narcose aan te kunnen passen, en omdat we goede controles hebben tijdens en na de narcose zien we gelukkig zelden complicaties. Daarom durven wij het ook goed aan om risicopatiënten, zoals hartpatiënten, maar ook kortsnuitige honden, zoals buldoggen, zonder problemen onder narcose te brengen.

Reacties zijn gesloten.