Blaasstenen

Met enige regelmatig zien we blaasstenen bij de kat. Blaasstenen kunnen gevormd worden uit mineralen in de urine. De meest voorkomende blaassteen bij de kat is op basis van calciumoxalaat. Daarnaast worden er regelmatig blaasstenen gevormd uit struviet gezien (zie blaasgruis bij de kat).

Wat zijn de verschijnselen van een blaassteen?

Blaasstenen leiden tot irritatie van de blaas en dit leidt tot klachten zoals in huis plassen, bloedplassen, veel kleine plasjes doen en mauwen bij het plassen.
Dieren met blaasstenen hebben last van terugkerende klachten. Ze kunnen wel even verbeteren op een pijnstiller, maar zodra daar mee gestopt wordt komen de klachten weer terug.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Als een kat klachten heeft van een blaasprobleem is het verstandig om met de kat langs te komen voor controle. Daarnaast is het belangrijk om de urine na te laten kijken. Als een kat nagekeken wordt zal door de dierenarts naar de blaas gevoeld worden. Vaak is de blaas verdikt en erg gevoelig. Soms kan door de blaaswand heen een steen gevoeld worden. Als er gedacht wordt dat er een steen gevoeld wordt, dan is het advies om een röntgenfoto te laten maken.
Als een steen niet gevoeld wordt, zal een behandeling voor een blaasontsteking ingezet worden. Als deze niet aanslaat of als de klachten snel terugkomen is de volgende stap alsnog het maken van een röntgenfoto.

Op een röntgenfoto zijn de meest voorkomende blaasstenen te zien. Met behulp van urineonderzoek kan er vastgesteld worden wat voor soort steen het waarschijnlijk is. Struvietstenen worden gevormd bij een hoge zuurtegraad (pH) en vaak is er ook struviet in urine aanwezig. Calciumoxalaat wordt daarentegen juist bij een wat lagere zuurtegraad gevormd. Soms kunnen calciumoxalaatkristallen gezien worden in de urine, maar niet altijd.

Wat is de behandeling van een blaassteen?

Stenen gevormd uit struviet kunnen vaak m.b.v. speciale voeding opgelost worden. Binnen 2-4 weken zijn de stenen over het algemeen verdwenen uit de blaas. Zie voor meer informatie blaasgruis bij de kat.

Calciumoxalaat, de meest voorkomende blaassteen, kan niet opgelost worden en moet uit de blaas gehaald worden.

Het verwijderen van blaasstenen kan op 2 verschillende manieren, afhankelijk van de grootte van de stenen.Als er kleine steentjes zijn kunnen deze soms via de plasbuis naar buiten gespoeld worden. Dit werkt beter bij poezen omdat de plasbuis een stuk wijder is dan bij katers. Voor het spoelen van de blaas wordt een kat onder volledige narcose gebracht. Het is namelijk belangrijk dat de blaasbuis ontspannen is. Daarna wordt d.m.v. een urinekatheter vloeistof in de blaas gebracht. Daarna wordt de blaas met enige kracht leeggedrukt.

Als de steentjes klein genoeg zijn, kunnen ze zo verwijderd worden. Als het spoelen van de blaas niet lukt omdat de steentjes te groot zijn, moeten de steentjes via de blaas verwijderd worden. Ook hiervoor moet een kat onder volledige narcose. Als het spoelen van een blaas niet gelukt is, wordt direct aansluitend de blaas geopend om de steentjes te verwijderen. De steentjes die verwijderd zijn worden opgestuurd voor analyse na de operatie.

Wat is de nabehandeling?

Dieren die blaasstenen hebben gehad hebben een grote kans om opnieuw stenen te vormen. Dit moeten we zoveel proberen te voorkomen. Blaasstenen op basis van struviet kunnen vrijwel volledig voorkomen worden door een kat zeer strikt op een blaasgruis dieet te houden.

Calciumoxalaat heeft een iets grotere kans op recidief. Katten met calciumoxalaat moeten ook een speciaal dieet krijgen. Hierin is het gehalte aan mineralen lager zodat er minder kans is dat calciumoxalaat gevormd kan worden. Daarnaast wordt er gezorgd voor een optimale zuurtegraad, de pH moet boven de 6.2 zijn.

Daarnaast is het belangrijk dat een kat voldoende vocht binnenkrijgt. Hoe meer een kat drinkt, hoe lager de concentratie van de urine is en hoe kleiner de kans is dat er stenen gevormd kunnen worden. Katten zijn over het algemeen slechte drinkers en moeten echt gestimuleerd worden om meer te drinken. Het beste werkt dit door dagelijks natte voeding (van het speciale blaasgruisdieet) te geven, aangelengd met water. Niet alle katten stellen dit op prijs, soms vinden katten het prettiger als het water eerst gekookt is voordat het over het voer gedaan wordt. Sommige katten doen het ook heel goed met een drinkwaterfonteintje, dit stimuleert het drinken goed.

Naast de voeding en wateropname is het bekend dat dieren met overgewicht een groter risico hebben op het ontwikkelen van blaasgruis en blaasstenen. Het is daarom verstandig om uw kat goed op gewicht te houden. Ondanks alle maatregelen, zoals voeding en extra wateropname is calciumoxalaat niet altijd te voorkomen. Daarom is het belangrijk om regelmatig de urine te laten controleren op onder andere de zuurtegraad en de concentratie. Als deze ondanks de voeding niet optimaal zijn, kan het tijdig bijgestuurd worden met andere voeding of eventueel medicatie. Daarnaast is het sterk aan te raden om met enige regelmaat een röntgenfoto van de blaas te laten maken. Als er dan toch kleine steentjes gevormd worden, worden deze in een vroeg stadium gezien en kunnen ze nog uit de blaas gespoeld worden waardoor een blaasoperatie niet nodig is. Aangezien elke situatie verschillend is, zal de dierenarts per patiënt bespreken wat verstandig is qua welke voeding en hoe vaak er controles nodig zijn.

Reacties zijn gesloten.