Blaasproblemen: een plasbuis verstopping

Plaskater: een plasbuis verstopping

Wat is een plaskater?

Blaasproblemen zien we met grote regelmaat bij katten. Een zogenaamde plaskater is een kater die niet meer kan plassen. Dit is een echt spoedgeval. Door de aanwezigheid van een blaasontsteking kan er een verstopping optreden van de plasbuis, dit kan door klontjes gruis, slijmpropjes en door spasmen van de plasbuis. Als een kater niet meer kan plassen, kan de urine het lichaam niet meer verlaten. In de urine worden de afvalstoffen afgescheiden. Als een dier niet meer kan plassen, gaan de afvalstoffen het lichaam niet meer uit en dit leidt tot vergiftiging. Als er niet tijdig ingegrepen wordt zal een verstopte kater hieraan overlijden. Dit probleem zien we eigenlijk nooit bij poezen omdat de plasbuis bij poezen veel wijder en korter is.

Wat zijn de verschijnselen van een verstopping?

In eerste instantie kan gezien worden dat een kat probeert te plassen, maar dat er niks komt. Een verstopte kater kan heel erg mauwen bij het proberen te plassen, blijft lang zitten, gaat de hele tijd naar de kattenbak en likt veel rond de penis. De penis zelf kan ook rood en wat opgezet zijn.

Als dit stadium niet opgemerkt wordt, bijvoorbeeld omdat een kat buiten is, gaan de afvalstoffen zich ophopen. Dit kan leiden tot vergiftigingsverschijnselen, zoals braken, sloomheid, trillen en niet meer goed reageren.

De verschijnselen kunnen sterk uiteen lopen. Daarom adviseren we altijd om direct langs te komen met een kater die afwijkend plasgedrag of afwijkend gedrag vertoont om te controleren of hij nog kan plassen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose is heel makkelijk te stellen. Bij lichamelijk onderzoek wordt een volle, harde, gespannen blaas gevoeld.

Wat is de behandeling?

De behandeling is er als eerste op gericht om de blaas te legen. In eerste instantie wordt er geprobeerd om de plasbuis te katheteriseren. Als er sprake is van een spasme gaat dit vrij makkelijk. Als er sprake is van een verstopping moet eerst de verstopping verwijderd worden. Vaak zit deze vlak voor het puntje van de penis en kan die eruit gespoeld worden. Lukt het niet om te katheteriseren wordt de blaas aangeprikt om deze in ieder geval te kunnen legen. Soms lukt het daarna alsnog om te katheteriseren als de druk eraf is.

Afhankelijk van de duur van de verstopping kan het nodig zijn om bloedonderzoek te doen om te kijken naar de mate van vergiftiging. Als een verstopping al langer aanwezig is en de nierwaarden gestegen zijn, moet een dier aan het infuus om de nieren te spoelen en de gifstoffen het lichaam uit te spoelen. Over het algemeen normaliseren de nierwaarden binnen 1 tot 3 dagen weer. Daarnaast blijft vaak de katheter even aanwezig in de plasbuis om nieuwe verstoppingen te voorkomen.

Als de verstopping opgelost is, is er nabehandeling nodig om te voorkomen dat er nogmaals een verstopping op gaat treden. Welke nabehandeling hangt af van de oorzaak van de verstopping.

Reacties zijn gesloten.