Het belang van goede socialisatie
Van de 3e – 12e levensweek zit een pup in de z.g ‘1e socialisatiefase’: een periode waarin de hond gaat leren allerhande zaken in zijn omgeving als normaal te beschouwen. Socialisatie leidt tot sociaal gedrag t.o.v. soortgenoten [ook van andere rassen] en herkenning van uiterlijke kenmerken van soortgenoten, mensen, andere dieren en voorwerpen. Bovendien is er bij een goede socialisatie vermindering van prooi-gedrag [najagen en/of doodbijten van kleine snel bewegende harige of gevederde wezens].
Goede socialisatie stimuleert sociaal en aanhankelijk gedrag t.o.v. mensen en vermindering van angst t.o.v. onbekende mensen, honden, andere dieren, dingen en [‘rare’] voorwerpen. In deze fase hebben goede ervaringen of het juist niet opdoen van slechte ervaringen een sterke blijvende invloed op het latere gedrag. Na de 12e week sluit de eerste socialisatiefase, een slechte socialisatie is onomkeerbaar. Het onvoldoende gesocialiseerd raken kan zich uiten in probleemgedrag als angst- en vermijdingsgedrag maar ook angstagressie, met name naar die groep of soort waarop de pup in de eerste socialisatiefase niet of onvoldoende is gesocialiseerd. Angst ontstaan door een gebrek aan socialisatie is dus niet op latere leeftijd te elimineren
In de praktijk:
In de praktijk blijkt dat het belang van socialisatie nogal eens wordt onderschat en ook dat het een lastig begrip is. Zo kan een hond goed gesocialiseerd zijn op mensen maar niet op honden.
Of wel op vrouwen maar niet op mannen. Of niet op kinderen.
Conclusie: Goede socialisatie [met veilige leermomenten] zijn van wezenlijk belang. Hoe beter u uw pup leert omgaan met de omgeving, des te plezieriger is de toekomst voor hond en baas. Want angst blijft bij de gebrekkig gesocialiseerd hond altijd een gevoelig punt.
Bron: Simone van der Hoeve / Gedragstherapie voor honden / 0355330271 / info@simonevanderhoeve.nl